Ha lantaarnpaal!
‘Wat zeggen ze bij jullie in Enschede tegen een lantarenpaal?’ Mijn nichtje had me tuk. Braaf antwoordde ik: ‘Lantarenpaal.’ ‘Wij in Krommenie zeggen niets, wij lopen er gewoon langs.’ Later, in de Randstad, moest ik vaak aan dit grapje denken wanneer mensen zonder te groeten straal langs me heenliepen. Dan voelde ik me net een lantarenpaal. In Enschede was ik niet anders gewend dan dat mensen elkaar groeten.